Een gefederaliseerd Europa, de droom van Guy Verhofstadt, de oud-premier van België. Afgelopen week werd hij aangesteld als voorzitter van de ‘Conference on the future of Europe’, een idee van de Europese Commissie om de toekomst van Europa te bepalen. Toevallig dat ze daar precies Guy Verhofstadt voor vragen? Nee. De drang naar een Verenigde Staten van Europa is groter dan ooit tevoren.
De natte droom voor de eurofielen, het centraliseren van de macht in Brussel. Alle soevereiniteit moet afgedragen worden, allemaal in het belang van het groter geheel. Maar waarom hebben wij Nederlanders belang bij een gefederaliseerd Europa? Wat zit er achter deze machtsdrang?
Vanaf het eerste moment is het eigenlijk al de intentie geweest om een gemeenschappelijk Europa te creëren. Het is echt niet zo dat de EGKS (Voorloper van de Europese Unie) tot stand kwam omdat we elkaar maar in de armen vlogen met als doel nooit meer oorlog, het waren de Amerikanen met het Marshallplan die de aanzet gaven. Door middel van het Marshallplan, ook wel het European Recovery Program genoemd, kregen Europese landen materiële en financiële steun van de Verenigde Staten, met als doel een sterk blok te creëren ten opzichte van de Sovjet Unie. Europa werd het toneel van het verregaande wantrouwen tussen de VS en de Sovjet Unie, wat leidde tot de Koude Oorlog. Een samenhorig, welvarend en stabiel Europa zou immers leiden tot een kleinere kans op de verspreiding van het communisme, een perfecte situatie voor de Verenigde Staten.
Vervolgens kwam daar Jean Monnet, de zogenoemde “Vader van Europa”. Monnet was samen met Robert Schuman de grondlegger van de Europese integratie, dit leidde tot de oprichting van de EGKS, waar Monnet voorzitter werd van de Hoge Autoriteit. In 1943 zei hij:
“Er komt geen vrede in Europa als de staten worden hersteld op basis van nationale soevereiniteit. De Europese landen zijn te klein om hun volkeren de nodige welvaart en sociale ontwikkeling te garanderen. De Europese staten moeten zich verenigen in een federatie.”
Wanneer de grondlegger van je idee al voor een federale superstaat is, dan voorspelt dat meestal niet veel goeds.
Door de jaren heen is de verdere Europese integratie een opbouwende factor voor het ontwikkelen van een federale staat. We zien continu maar verdragen met machtsuitbreidingen van de EU. We gingen van een partnerschap in kolen en staal, de EGKS, naar een interne markt, de EEG. Toch was dit voor de eurofielen niet genoeg, er moest meer macht naar Brussel. Zo ontstond het Verdrag van Maastricht in 1992, onder het motto van: “De samenwerking binnen de EEG overtrof de huidige afspraken in het Verdrag van Rome”. De invoering van de euro als munteenheid in meerdere lidstaten was al een overduidelijke vorm van centralisatie, evenals het Europese Hof van Justitie.
Toch begonnen er langzaam scheuren te ontstaan in de droom van de ultra-eurofielen à la Guy Verhofstadt. Het belangrijkste kenmerk van een federale staat is een gezamenlijke grondwet, dus die moest er natuurlijk ook komen als Europese superstaat. Zo gezegd zo gedaan, in 2003 ontstonden de plannen voor de Europese Grondwet, onder leiding van de Europese Commissie.
Maar toen gebeurde iets waar niemand in de eurofiele bubbel rekening mee hield: de Nederlandse en Franse bevolking stemde massaal tegen de grondwet in referenda. Hoe kon dit gebeuren? Wat nu? De droom van een verenigd Europa lag in duigen, de paniek onder de eurofielen was groot. Nederland bleek gewoon een eurosceptisch land te zijn, een vreemde eend in de bijt. Na veel aandringen kwam er toch nog een nieuw verdrag, alleen dan niet als grondwet gepresenteerd: het Verdrag van Lissabon. Toch bleek 96% van de tekst overeen te komen met de Europese Grondwet, gewoon een listig trucje om de bevolking in toom te houden.
Toch zal die officiële Europese Grondwet er perse moeten komen, zonder dat geen Verenigde Staten van Europa. Nu mag Verhofstadt het nogmaals gaan proberen in de ‘Conference on the future of Europe’, we zijn pas aan het begin. Gefaseerd worden alle nationale symbolen verwijderd, zie het verbod op nationale vlaggen in het Europees Parlement. Laten we als Nederland verstandig zijn en niet meegaan in deze vooral Franse grootheids obsessie, het behouden van de Nederlandse soevereiniteit is iets wat we verschuldigd zijn aan al onze voorouders die vochten voor wat wij nu ons mooie Nederland mogen noemen.