Na een overleg met de Europese Raad kwam Rutte met het nieuws dat er een akkoord is over het eerder bekendgemaakte steunpakket van 540 miljard euro en een ‘recovery fund’ via de EU-begroting. Wat gaat dit betekenen voor Nederland?
540 miljard euro
Allereerst kijken we naar het eerder aangekondigde akkoord dat na uren van overleggen tot stand is gekomen. Er is een akkoord ontstaan over een financiële bijdrage van 540 miljard euro voor de bestrijding van het coronavirus binnen de Europese Unie. Dit bedrag van 540 miljard euro is in drie delen opgedeeld: 240 miljard euro via het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM), 200 miljard euro aan leningen vanuit de Europese Investeringsbank en een programma van de Europese Commissie ter waarde van 100 miljard euro vanuit EU-budget voor werktijdverkorting.
Nederland heeft een verplichte bijdrage aan het ESM van 5,717% over het geleende geld. In de huidige situatie betekent dit dat Nederland hoe dan ook verplicht is om 13,72 miljard euro mee te betalen aan de geleende 240 miljard uit het ESM.
De volgende 200 miljard komt van leningen uit de Europese Investeringsbank, een bank die opgericht is in 1958 om zonder winstoogmerk publieke en particuliere investeringen te financieren. Er is een kapitaal aanwezig van 243 miljard euro, Nederland leverde een bijdrage van 4,5%, dat is 11,8 miljard euro. De 200 miljard uit het steunpakket bestaat uit leningen die vooral naar kleine en middelgrote bedrijven gaan, Nederland betaalt hier 9 miljard aan mee.
Tenslotte blijft er nog 100 miljard over, deze zal vanuit de Europese Commissie gefinancierd worden om werktijdverkorting te bekostigen onder de naam SURE. SURE staat voor Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency.
Landen kunnen aanspraak doen op deze pot van 100 miljard wanneer zij moeten overgaan tot werktijdverkorting, zij krijgen vervolgens subsidies om deze te bekostigen. Deze 100 miljard wordt gefinancierd door landen die garant staan met een waarde van in totaal 25 miljard euro, de resterende 75 miljard euro wordt geleend op de kapitaalmarkt.
Alles bij elkaar opgeteld is er een minimale bijdrage van 22,72 miljard euro, dat is nog zonder de bijdrage aan de 100 miljard van SURE.
1000 miljard euro
Afgelopen week kwam de Europese Raad met een extra steunmaatregel door de Europese Commissie de bevoegdheid te geven om de geplande begroting voor 2021-2027 te verhogen om zo ‘recovery funds’ op te zetten. Waar het volgens Rutte helemaal geen zin had om bedragen te noemen, was de voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen er duidelijker over en noemde een minimale toename van 1.000 miljard.
De vastgestelde begroting voor 2021-2027 werd door de voorzitter van de Europese Raad Charles Michel gepresenteerd in het voorjaar van 2020 als een bedrag van 1085 miljard euro. Wanneer er 1000 miljard bovenop komt dan stijgt de begroting voor de komende 7 jaar naar 2085 miljard euro, dat is ongeveer 298 miljard euro per jaar. Normaal zou dat rond de 155 miljard euro per jaar liggen.
De afgelopen jaren ligt de bijdrage aan de EU-begroting voor Nederland rond de 5% van het totaal. Wanneer we dit percentage hanteren gaat Nederland 14,9 miljard euro per jaar betalen aan de EU, dat is 104,25 miljard euro over 7 jaar.
In de normale situatie zou Nederland jaarlijks 7,75 miljard euro betalen, over 7 jaar werd er 54,25 miljard euro betaald. Dit betekent dat de nieuwe coronamaatregel er voor zorgt dat de EU-contributie met 50 miljard euro zal toenemen over 7 jaar, dat is 7,15 miljard euro meer per jaar.
Enorme bedragen die pas echt gaan opvallen wanneer we dit terugrekenen naar contributie per jaar per inwoner. Er van uitgaande dat Nederland 17,28 miljoen inwoners telt zou de contributie aan de EU in de normale situatie 448,49 euro per jaar per inwoner zijn. In de nieuwe situatie groeit deze bijdrage tot wel 862 euro per jaar per inwoner en onder belastingbetalers naar 1137,4 euro, een toename van 92%!
72,72 miljard euro
De totale kosten van de nieuwe coronahulpmiddelen komen dus minimaal op 72,72 miljard euro. De EU-contributie per inwoner stijgt met 92% naar ongeveer 862 euro, in totaal betaald Nederland straks 14,9 miljard euro per jaar aan de EU.
Hoe verder de kosten gaan stijgen, hoe kleiner het netto voordeel wordt ten opzichte van de interne markt. Met deze bijdrage wil de Nexit-denktank benadrukken het Nederlandse basisscenario (“in de EU blijven”) ook een actieve keus is, met een financiële consequentie. Een Nexit als alternatieve scenario is kostbaar, maar de kosten van het basisscenario zijn ook enorm hoog blijkt uit deze analyse.